Hoe historisch is het verhaal over Mozes?
- Bert Overbeek
- 18 dec 2024
- 6 minuten om te lezen

De bijbel is niet per sé in al zijn informatie historisch betrouwbaar, maar dat was de bedoeling ook niet altijd van de schrijvers, die bovendien in een heel andere tijd leefden. Neem nou de geslachtsregisters van Jezus. Er zijn er twee in de evangeliën. Wie ze naast elkaar legt en kritisch onderzoek doet, ziet dat ze niet met elkaar te verenigen zijn. Ha, roepen wetenschappelijke atheïsten triomfantelijk, zie je wel dat de bijbel niet klopt en gewoon een menselijk bedenksel is?
Maar die reactie is niet erg wetenschappelijk, wat wel zou moeten als je wetenschapper bent . Om te beginnen hebben de evangelieschrijvers gebruik gemaakt van de bronnen die hen destijds ter beschikking stonden. Ze schreven hun boeken waarschijnlijk een jaar of dertig na het leven van Jezus en later. Dat betekent dat er verschillende verhalen over Jezus rondgingen en dat ze keuzes moesten maken. Veel mondelinge verhalen, maar mogelijk ook schriftelijke, en die waren niet allemaal met elkaar in overeenstemming.
De geschiedschrijving zoals wij die nu kennen stond in de kinderschoenen. Bovendien was in vrijwel iedere cultuur van die dagen het bovennatuurlijke een vanzelfsprekendheid. Het goddelijke bestond, daarover was geen discussie. Dus komt in heel veel culturen voortdurend het goddelijke naar voren als de grote inspiratiebron van gebeurtenissen.
De evangelisten schreven vermoedelijk vanuit de intentie een betrouwbaar verhaal te vertellen, maar dat deden ze wel als kinderen van hun tijd.
Wat ik, na al mijn studies, denk is dat ze een zo betrouwbaar mogelijk verhaal wilden vertellen. Daarbij moesten ze verschillende bronnen samenbrengen die niet altijd overeenstemden met elkaar. Dat leidt soms tot tegenstrijdigheden tussen de evangelisten. En tenslotte hadden zij, net als hun tijdgenoten, niet onze kennis van de medische wetenschap en zijn inzicht in placebo’s. Voor hen waren wonderen een alledaags verschijnsel.
Dit betekent niet, dat de bijbel een fabeltjeskrant of sprookjesboek is, zoals atheïsten en sommige spirituele stromingen graag zeggen. Zeker, er zit mythologie in de verhalen, maar meestal bevat die mythologie een historische kern van waarheid. Zelfs bij de sprekende ezel uit het Oude Testament zou je die kunnen bedenken. Degene die de ezel hoort spreken kan last hebben van zinsbegoocheling of de hitte.
En hoe moeilijk is het voor God om de zinnen van een mens te begoochelen, als hij daarmee iets duidelijk wil maken? Heel moeilijk, vindt de atheïst. Die ziet wiskunde en kansberekening als een middel om wonderen of paranormale gebeurtenissen te ontkennen. Maar iemand die in die dingen gelooft ziet het anders. Die accepteert interventies van een hogere macht, en accepteert bovendien dat die hogere macht daar zijn eigen momenten en middelen voor kiest. Misschien houdt hij rekening met het feit dat de berichten van God niet altijd even duidelijk doorkomen bij de mens, waardoor er wat ruis optreedt; ook bij de bijbelschrijvers.
Wat voor de geslachtsregisters van Jezus geldt, geldt ook voor Mozes. Was Mozes historisch? Of was hij een mythe? Of iets er tussenin? Mythe, zeggen veel moderne wetenschappers. Als er al een historische kern is, dan is hij volledig verdwenen in de eeuwen die liggen tussen het leven van Mozes en het moment dat dat is opgeschreven. Ze hebben een aantal argumenten. Hier zijn er vijf.
1. In de boeken van Mozes wordt over kamelen geschreven, maar die waren er nog niet in zijn tijd.
2. Het was onmogelijk om vanuit Egypte naar Kanaän te vluchten, want in die periode was Kanaän Egypte.
3. Het was onmogelijk om met 600 000 mensen zo lang door de woestijn te trekken.
4. Archeologen hebben niets teruggevonden van een exodus in die tijd, en ook de naam Mozes komen ze nergens tegen.
5. De verhalen over Mozes kennen parallellen met verhalen uit andere culturen. Met name de overeenkomsten met Egypte zijn sterk. De tien geboden zouden uit Egypte zijn meegenomen, en niet door God zijn geopenbaard en het verhaal over het biezen mandje is al eerder verteld en zou door de bijbelschrijvers zijn overgenomen.
De conclusie die wordt getrokken uit deze voorbeelden is dat het verhaal over Mozes geen historische kern zou bevatten. Niet alleen atheïsten doen dit, maar ook joden en christenen. Zij zien het verhaal als een symbolische mythe, die vooral wil vertellen dat er maar één God was en dat het volk van Mozes het uitverkoren volk was.
Ik sluit weinig uit, dus ik ontken niet dat de onderzoekers gelijk kunnen hebben, maar vrijwel elk punt kent argumenten, die andere conclusies toestaat. Luister maar.
1. Het Hebreeuwse woord voor kameel betekent ook dromedaris en dromedarissen worden al rond 2000 voor Christus genoemd in de Midden-Oosten-regio. Ver voordat Mozes zou hebben geleefd.
2. Inderdaad was Kanaän een onderdeel van Egypte, maar in de tweede helft van de regering van Ramses II en ten tijde van zijn opvolger Ramses III verloor Egypte zijn grip op het land dat we nu Palestina of Israel noemen. De onderlinge twisten tussen Kanaänitische vazallen en lokale vorsten kom je steeds weer tegen. Dat werd niet minder toen Egypte zijn grip op de regio verloor door oorlogen met Hethieten en later met de binnenvallende Zeevolken. De Kanaänitische onderlinge oorlogjes namen bepaald niet af, en daarvan zien we misschien de neerslag in het verhaal van Mozes en later in het bijbelboek Jozua.
3. Over de 600 000 mensen die decennia lang door de woestijn trokken moet ook wat gezegd worden. Het getal 1000 betekende niet altijd 1000. Het betekende ook gewoon ‘veel’. 600 is deelbaar door 12, en dat was in de Joodse cultuur een belangrijk getal, want het volk kende 12 stammen. Getallen in het Oude Testament moet je niet letterlijk nemen. Ze hadden in tegenstelling tot teksten wel weer een symbolische waarde. Ook voor het getal 40 gold dit. Dus als de bijbel zegt dat Mozes 120 werd, of dat het volk 40 jaar door de woestijn trok, dan is dit symbolisch. Jezus verbleef 40 dagen in de woestijn, en ook hier is het getal symbolisch en zelfs een verwijzing naar de 40 jaar dat zijn voorvaderen door de woestijn trokken.
4. Dat archeologen van de exodus in Egypte niets hebben teruggevonden zegt weinig. Egypte maakte vooral verhalen van eigen successen. Ze bogen minder succesvolle expedities om naar succesvolle verhalen. Er is nogal eens een verschil tussen de gebeurtenis en het verhaal. Je kunt je voorstellen dat farao’s weinig informatie gaven over een nederlaag.
Wie het verhaal over de uittocht van Mozes leest en wie tevens iets weet van de geschiedverfraaiing van farao’s als Ramses II, kan zich goed voorstellen dat er in Egypte van zo’n uittocht geen hiëroglyf is opgetekend. En dan is er nog iets.
Ons beeld van de geschiedenis wordt bepaald door de bronnen die we vinden en de documenten die we lezen. Een mooi voorbeeld is die van de oudste sapiens-mens ter wereld. In 2017 publiceerde wetenschappers over de vondst van die mens bij het Marokkaanse Jebel Irhoud. Die was 300 000 jaar oud.
Tot die tijd gingen we ervan uit dat homo sapiens 195 000 jaar oud was, op basis van een vondst in Ethiopië. Later bleek die datering niet te kloppen. Eén eenvoudige vondst kan de totale geschiedsbeschrijving dus veranderen. Bij deze vondst bleek homo sapiens al 100 000 jaar eerder geleefd te hebben dan we dachten. Dat archeologen niets hebben teruggevonden van een exodus is dus geen afdoende argument.
5. Dan het 5e argument tegen de historische betrouwbaarheid van het verhaal over Mozes. Dat komt er op neer dat verhalen over hem gebaseerd zijn op verhalen uit andere culturen. De schrijvers zouden die verhalen hebben ‘geleend’ om hun verhaal te verfraaien. Ook hier wordt weer te snel naar conclusies gegrepen.
Achter de opgeschreven verhalen zitten meestal mondelinge tradities, die vaak eeuwen rondgingen voordat iemand ze in die dagen opschreef. Iets kan dus later opgeschreven zijn dan een vergelijkbaar verhaal uit een andere cultuur, maar als mondeling verhaal ouder zijn. Dan krijg je een ander effect: niet het verhaal dat het langst geleden is vastgelegd is het oudst, maar het verhaal dat later is vastgelegd.
De vraag welke cultuur nu precies welke invloed heeft gehad op een andere cultuur, is gewoon niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Zo zijn er verbanden tussen de verhalen uit Genesis en het Mesopotamische Gilgamesj-epos. Hieruit wordt van alles geconcludeerd.
Genesis zou een bewerking zijn van het Gilgamesj-epos en er door zijn beïnvloed. Het kan, maar het kan ook zijn dat beide boeken mondelinge tradities op een andere manier hebben vastgelegd. Het kan ook zo zijn dat bijbelschrijvers op basis van de verhalen die rondgingen, correcties wilden aanbrengen in de versies van het Gilgamesj epos.
Begrijp me goed, ik zeg niet dat het zo is gegaan; ik vind alleen dat veel onderzoekers te snel zijn met hun conclusies.
Dat het Mozes-verhaal geen historische kern zou bezitten kan niet door hen worden geconcludeerd. Niet op basis van de vijf genoemde argumenten, in elk geval. Dit betekent echter ook weer niet dat je kan zeggen dat de genoemde wèl historisch zijn. Je kunt dat geloven, maar bewijs leveren wordt lastig. We missen daarvoor zowel de schriftelijke bronnen als de archeologische vondsten.
Het geeft maar aan dat het bewijzen van het waarheids- of onwaarheidsgehalte van de bijbel niet eenvoudig is. Dit is de reden waarom sommige gelovigen er maar helemaal van af zien. Het gaat om de boodschap, niet om de historische kant van de zaak, zeggen ze. Dat is mij iets te kort door de bocht. Om iemand als Jezus of Mozes beter te begrijpen is het zeker nuttig om iets te weten van hun historische context. Dat maakt gelovigen ook wat krachtiger in het debat met atheïsten die net doen alsof het volmaakt duidelijk is dat God niet bestaat. En dat mogen we bestrijden. In alle toonaarden, maar met respect voor de mens die aan de andere kant zit.
Comments